Blogopmaak

Dag 113, zaterdag 19 juli: rustdag in Prima Porta

Bert:

V + A Prima Porta A 0 km W heet en weer onbewolkt O in mini bungalow op de camping E weer in restaurant op de camping T 1974 + 0 = 1974 km

Onze laatste rustdag. We zijn vanmorgen in Prima Porta geweest en hebben iets voor Anne gekocht zodat we in ieder geval niet met lege handen staan. Verder hebben we lang gewacht op onze sleutel van de minibungalow, de hut te noemen. Onze kampeerplaats moest om 11.00 uur leeg zijn maar pas om 13.00 uur was onze hut beschikbaar. Het is een ruimte met 2 bedden en een rek als kast. Buiten staat een tafeltje en twee stoelen dat we met onze buren moeten delen. We hebben wel buren want er hangt was buiten. Het is een beetje oude stacaravan type 2 hutten onder één dak. In het raam ontbreekt een hor en het gordijn hangt aan een kapotte rail. Onder het raam zit in de wand een wespennest. We hadden wel stroom maar ze zijn nu bezig om een storing te herstellen en dus zijn alle hutten nu afgesloten van stroom.. Wel hebben we lakens zodat we morgen onze slaapzakken niet in hoeven te pakken en vlot weg kunnen. Of we de sleutel wel of niet kunnen afgeven zien we wel en anders maar niet. De receptioniste lijkt de pik op ons te hebben omdat ze gisteren ons paspoort niet kreeg. Helma denkt dat ze ons bewust lang liet wachten en ons een rotte hut heeft gegeven.

Emil Anne Pa en Ma zijn nu al onderweg. We hebben ze gisteren beiden nog even gebeld. Morgenochtend houden we telefonisch contact en rond 12.00 – 13.00 zit onze laatste loopdag erop.

Aanvulling : We hebben zoals gezegd lang moeten wachten op onze hut en ondertussen hebben we op het terras bij het restaurant gezeten. Het was een soort “vrij toegankelijk” terras net naast het “bediende” terras. We zaten dus ook met een spelletje en een zelf te smeren broodje niemand in de weg.

Nadat we onze hut hadden “ingericht” hadden we weer niets te doen en zijn we in de loop van het einde middag weer naar het terras gegaan. Het leuke was dat er een aantal tafeltjes werden ingericht en er al gesneden brood op de tafels werd gezet. Het leek ons wat vroeg want het restaurant ging nog niet open en het brood zou uitdrogen. Even later bleek dat al het personeel van de camping gezamenlijk kwam eten. De baas van het restaurant zelf at gezellig mee en tijdens het eten regelde hij de verder zaken en bediende af en toe wat gasten. Het personeel kon lekker dooreten. Wij hadden ondertussen ruim voldoende aperitief op en wilden voor het eten nog even naar onze hut gaan. Juist op dat moment kwam de baas zelf met twee grote bieren naar onze tafel. Juist toen we ons afvroegen of er iets fout was met de bestelling zei hij dat het van het huis was. We hebben het lekker opgedronken omdat we het niet net zoals de voorgaande avond durfden laten staan. We voelden ons vaste gasten en waren van mening dat de gastvrijheid van het restaurant de service van de receptie ruimschoots goedmaakte.

 

Helma:

De laatste ‘rustdag’; de afgelopen week was het steeds ‘de laatste…’

Het voelt dubbel; fijn om er bijna te zijn, de kinderen en mijn ouders morgen te ontmoeten en trots dat we het gehaald hebben (als er geen ongeluk gebeurt), maar deze tocht was iets waar we zo lang naar hebben uitgekeken, toegeleefd. We hebben zoveel prachtigs gezien en meegemaakt en dat is straks allemaal voorbij.

We breken de tent af, de plek moet om 11.00 uur leeg zijn; dan naar de receptie om de sleutel te vragen van onze minibungalow. Helaas moet die nog worden schoongemaakt, krijgen we te horen. Pas om 13.00 uur kunnen we de sleutel komen halen. Wel vreemd, want ik zie een schoonmaakster uit een leeg ‘huisje’ komen, lijkt me dat we daar gewoon in kunnen dus. Ik heb het gevoel dat het meisje van de receptie (dezelfde van gistermiddag) expres moeilijk doet, dat ze nog steeds kwaad is dat we de ID kaarten niet wilden afgeven.

We gaan koffie drinken bij de bar en mogen daar, in een hoekje, onze rugzakken laten staan. Fijn, want we willen een stukje lopen van de route morgen.

Bert heeft op de kaart van Rome gezocht hoe we het best kunnen lopen; het eerste stukje is wat lastig. We moeten een drukke weg oversteken; dat willen we vandaag vast even bekijken, zien wat de beste plek is. Liever nu wat zoeken, zonder rugzakken, dan morgen.

Als we terugkomen gaan we nog even naar een soort markt in het dorpje. Overmorgen is Anne jarig; hoewel ze thuis ‘echte’ cadeautjes krijgt, willen we toch iets kopen. We vinden een setje oorbellen en ketting, die keurig worden ingepakt.

Op de camping zoeken we maar weer het terras op tot we om 13.00 uur eindelijk onze sleutel kunnen ophalen.

Mini-bungalow’ is, op zijn zachtst gezegd, een beetje overdreven benaming voor het hokje dat we krijgen. Een wit hutje, met aan beide zijden een deur. Een soort twee-onder-een-kap dus. Bij de buren hangt was buiten, dus die kamer is ook bezet.

Het is een kamer met twee bedden en een rek en verder niets. Ons raam heeft geen hor (de buren wel), de gordijnrail is kapot en onder het raam zit een wespennest…. Ik ben er nu echt van overtuigd dat de receptioniste ons expres de slechtste hut heeft gegeven die er was…..

Het enige waar we wel blij mee zijn, is dat we lakens en dekens hier hebben. Dan hoeven we de slaapzakken niet te gebruiken. We kunnen vanavond onze kleren en toiletspullen voor morgen klaarleggen en verder de rugzakken inpakken. Scheelt allemaal weer, morgenochtend!

 

Verder is het steeds weer ‘hangen’ op het terras hier. Bij ons hutje staan een tafel en twee stoelen, maar er is ’s middags geen schaduw. Gelukkig doet niemand er moeilijk over dat we hier zitten te dobbelen en wat in de schriften schrijven.

Na verloop van tijd worden er allemaal tafels gedekt, maar het is geen probleem dat wij hier blijven zitten. Een poosje later blijkt dat dit de gezamenlijke maaltijd voor het personeel is! De ‘baas’ van het restaurant eet ook mee en bedient tussendoor wat gasten. Uiteraard is het hier in de middag niet zo druk; de meeste campinggasten zijn in de stad. Ik denk dat ze het juist vreemd vinden dat wij hier steeds op de camping zijn 😉. We hebben al wat drankjes op en willen weer even teruggaan naar onze hut, als de baas komt aanzetten met twee pullen bier. Een drankje van het huis, begrijpen we! Kennelijk beschouwen ze ons als een soort stamgasten. Uiteraard drinken we het op, maar het is zo wel een heel stevig ‘aperitiefje’.

Dan naar de hut, waar we onze ‘buurvrouw’ ontmoeten. Een jonge Nederlandse vrouw, die hier is met haar vriend. “Jullie zijn zeker al een tijd hier, aan de kleur te zien”, zegt ze. Als we uitleggen dat we vanuit Nederland zijn komen lopen is ze erg onder de indruk. Even later komt haar vriend eraan en zij vertelt van onze reis. “Zeker een voetreis naar Rome gewonnen dan”, lacht hij. Maar als hij hoort dat het echt waar is, vindt ook hij het bijzonder.

Zij hebben afgelopen nacht ook in dit ‘hok’ geslapen en we begrijpen dat het enorm gehorig is. “De buren gisteren waren Japanners, die vannacht gingen bellen. Wat ze zeiden konden we niet verstaan, maar je kon wel ieder woord horen”.

Eten op het terras van het restaurant en dan slapen in ons ‘hok’. Inderdaad zo gehorig dat je het kunt horen als de buren zich omdraaien in bed….

Share by: