Dag 10, maandag 7 april: Andernach – Koblenz (Güls)

Bert:

V Andernach A Güls (Koblenz) A 20 km (20 is de route afstand, werkelijk gelopen incl. fout ca. 23 km) W slecht 100 % poncho en 50 % regen en sneeuw O Hotel met ligbad E   T 190 + 20 = 210

Morgen schrijf ik over de uitrusting en over mijn psoriasis.   

Vandaag was het slecht om te lopen; de hele dag met de poncho aan gelopen omdat het “steeds” regende en sneeuwde. Ook als het droog was hadden we last van de sneeuw/ dooi van de bomen. Op de hogere delen was de sneeuw blijven liggen zodat we door de sneeuw moesten lopen. Soms glad maar vooral drassig en nat. We hebben er dan ook erg lang over gedaan. Op twee plaatsen zijn we fout gelopen omdat de markering ontbrak. Juist op een stukje waarvan we de kaart niet hadden was dat erg lastig.

 We hebben een erg mooie hotelkamer met een zithoek met een tafeltje en een ligbad.

Morgen wordt trouwens een van de mooiste stukken van de E8.
Helma heeft nog even haar moeder gebeld. Dat was denk ik erg goed omdat ze dan ook zelf van haar kon horen dat alles goed was

Aanvulling : Leuk is dat we zowel vandaag als ook al een keer op 2 april de fout gelopen kilometers niet mee hebben geteld in het totaal. Eigenlijk hebben we dus 7 km die we wel gelopen hebben niet opgeschreven. Achteraf bezien zitten we dus wel boven de 2000 km. Ik ga dat echter nu niet allemaal wijzigen in ons overzicht omdat ik eigenlijk ook de systematiek van mijn schrift wil overnemen. Vanaf dit punt hebben we ook steeds de daadwerkelijk gelopen kilometers genoteerd.

Helma:

Bij het ontbijt in de grote zaal van ons hotel zien we buiten natte sneeuw; op autodaken ligt zelfs een flinke laag echte sneeuw!

Bij vertrek doen we gelijk de poncho’s om; de natte sneeuw maakt je toch behoorlijk nat. Een saai stukje het plaatsje uit, over een soort industrieterrein. Buiten het dorpje moeten we een poos zoeken naar de goede route. Onduidelijke markering zorgt ervoor dat we meer dan een uur niets opschieten: zoeken, fout lopen, weer terug, tot we eindelijk het goede pad hebben gevonden.

In het dorpje waar we na een poos komen worden we raar nagekeken. Iedereen die de straat aan het schoonvegen is vindt het nodig ons te vertellen dat het geen lekker wandelweer is. Gelukkig is er in dit dorpje een bakkerij: kunnen we broodjes kopen en waarschijnlijk ook wel koffie drinken. Broodjes lukt, maar helaas blijkt er geen koffie te zijn. De eigenares van de bakkerij snapt ook niet waarom we vandaag willen lopen; als we vertellen dat we op weg zijn naar Rome klinkt het: “Mein lieber Gott!”

Nog maar weer een heel stuk doorlopen. In het volgende plaatsje blijkt gelukkig wel een ijssalon/koffiezaak. We zijn dolblij dat we de natte poncho’s af kunnen doen en warm en droog kunnen zitten. Bij de bar staan een paar Italianen te praten. Opvallend dat hier Italiaanse zaakjes ook echt door Italianen gerund worden die in hun moedertaal met elkaar praten. Wij worden aandachtig bekeken en een van de mannen bij de bar merkt op dat we vast op weg zijn naar Rome! Als Bert zegt dat dat klopt valt zijn mond echt open van verbazing! Daarna de bekende vragen (hoe lang, hoeveel kilometer per dag, wat weegt zo’n rugzak nou, enz.) en het onvermijdelijke: "Groet de Paus van mij!"

Dan weer verder door het buitengebied. Een stuk verderop weer onduidelijkheid. Op een soort vijfsprong is er weer nergens een routemarkering te zien. Verschillende paden een stukje inlopen, Bert is zo lief het meest steile pad omhoog te bekijken, maar we vinden nergens een markering en met de kaart komen we er ook niet uit. De moed zakt me in de schoenen.

Gelukkig komt even later een mevrouw met een meisje aanlopen die ons in ieder geval kan vertellen welk pad richting Koblenz gaat. Inderdaad: het steile pad omhoog! Omhoog klauteren door de sneeuw die hier is blijven liggen en net voorbij de plek tot waar Bert net is gelopen zien we een markering. De vorige moet (moedwillig?) zijn weggehaald.

Na het klimmen rusten we even uit bij een soort open schuur. Hier kunnen we even droog zitten onder het afdak. Het is nog steeds een afwisseling van sneeuw, natte sneeuw en dooiwater dat van de bomen valt. De wind is koud, zodat het stilzitten niet lang lekker is. Wel een bijzonder uitzicht hier: er staan kleine boompjes met bloesem in de sneeuw!

Weer verder: een stukje verderop een vader met twee zoontjes die ons vol enthousiasme begroeten. Jongetjes door het dolle heen, omdat ze lekker met de sneeuw kunnen spelen! Zo bekijken wij het momenteel niet!

Dan komen we over een heuveltop en zien onder ons Güls liggen: een voorstadje van Koblenz aan de Moezel. Via een glad, steil pad (vol met smeltende sneeuw) naar beneden en dan lopen we gelukkig bijna direct tegen een hotel aan. Er is plek, en wat voor: een prachtige grote kamer, compleet met zithoekje, badkamer met ligbad en bidet en uitzicht over het plaatsje.

Wat is het dan heerlijk de natte zooi te kunnen uitdoen, douchen, spullen te drogen hangen (schoenen op z’n kop op de stokken bij de verwarming). Vlakbij is een winkel waar we wat te eten en drinken kopen; eten kan hier in ons hotel. Hoeven we lekker niet meer te lopen!

’s Avonds gaat Bert in een bad met zout; hij heeft veel last van de psoriasis, dus dit ligbad is heerlijk. Ik bel even met mijn moeder; als ze slechte weersberichten doorkrijgen weten ze in ieder geval dat het goed is met ons.

Als ik ’s avonds voor het eerst de MP3 speler gebruik voel ik me intens tevreden: juist na een zware dag waarbij je het op een bepaald moment helemaal niet meer ziet zitten is het toch heerlijk als je op een warme kamer, na een lekkere maaltijd met een glaasje wijn naar je eigen leuke liedjes kunt luisteren!

Lopen is leuk, maar vooral als je het niet meer hoeft!