Dag 25, dinsdag 22 april: Pforzheim – Bad Liebenzell

Bert:

V Pforzheim A Bad Liebenzell A 24 km W slecht, deels met poncho en vanaf circa 14.00 uur steeds regen O hotel E in hotel T 514 + 24 = 538 km

We zijn nu in een zelfde soort derde-rangs hotel als gisteren. Er is veel maar niet alles werkt even goed. De radiator op onze kamer is bijvoorbeeld “aangesloten’ op twee afgekoppelde buizen. En in de kinderkamer waar we door moeten om naar de badkamer te gaan heb ik zojuist de radiatorknop als het ware gedemonteerd. In de badkamer, een voormalige slaapkamer waar een douche en een wastafel is ingebouwd, is het nu een beetje een puinhoop. Mijn poncho, die hangt te drogen op een wandelstok, stinkt naar kots. De overige kleding over onze waslijn ruikt ook een beetje minder fris. Maar het droogt. We hadden gehoopt te kunnen gaan kamperen maar na 14.00 uur zijn we alleen maar natter geworden en dan is kamperen, vooral drogen, ook niet zo’n succes. Morgen kunnen we na ca. 20 km kiezen voor een nog te zoeken hotel of zo of een camping, of doorlopen ca 30-33 km naar een volgende camping of slaapgelegenheid. Ik hoop dat het een beetje droog is.

Vandaag is Anne gezakt voor haar examen. We hebben er vrede mee dat ze er nog niet aan toe is en hopen dat ze het een beetje in haar eentje kan verwerken. 
In een kapelletje heb ik één kaarsje aangestoken en voor drie doelen. gebeden. Voor Anne dat ze het zakken een beetje kan verwerken, dat ze wordt aangenomen op “haar” nieuwe opleiding en voor tante Cor. Opvallend was dat Helma dezelfde gedachten had gehad.

Helma haar leesbril is onvindbaar.

Helma:

Vanochtend moet Anne afrijden, dus ik laat ’s ochtends mijn mobiel aanstaan. Ze heeft beloofd te bellen zodra ze iets weet. Enerzijds hoop ik dat ze het haalt; aan de andere kant zijn we ook een beetje huiverig dat ze wat overmoedig zal denken dat ze dan gelijk met de auto weg kan. We hebben haar in iedere geval gezegd dat ze de eerste keer moet rijden met Emil erbij. Vindt/vond ze niet leuk, maar vinden wij wel verstandiger.

’s Ochtends een stukje door het bos, nogal heuvelachtig. Het regent voortdurend zachtjes, dus we lopen met de poncho’s. Om een uur of 9, als ik bedenk dat ze al had kunnen bellen (ze moest om 8 uur rijden), merk ik dat de telefoon hier geen bereik heeft. Een stuk verderop wel, en dan krijg ik een Sms’je dat ze gezakt is. Dit zijn wel vervelende momenten, op zo’n moment zou je wel heel even thuis willen zijn.

Tussen de middag is het even droog, maar daarna gaat het harder regenen.

De route is best aardig, door het bos, maar door het natte weer lijkt het de hele dag niet echt licht te worden; echt het Zwarte Woud! Onderweg komen we langs verschillende kapelletjes; bij een ervan steken we weer een kaarsje op.

In deze regio zijn verschillende campings; het idee was dan ook te gaan kamperen. Maar door alle regen besluiten we onderweg dat een hotel toch fijner is. Alles nat en dan in de tent trekt nu niet echt.

In Bad Liebenzell zijn volop hotels; we kiezen voor een zaakje dat een groot spandoek heeft hangen met de mededeling dat het slechts €52 per nacht kost. Opnieuw nogal vergane glorie: een nogal viezige eigenaar, die vol trots met zijn zoontje rondloopt. De man lijkt een stuk ouder dan zijn vriendelijke Oost-Europese vrouw. Haar moeder is er ook; lijkt een geval van een import-bruid die er veel voor over heeft het economisch wat beter te hebben.

De kamer is groot; maar om in de badkamer te komen moeten we door een soort tussenkamer met 2 bedden. De badkamer zelf is een kamer met een wasbak en een w.c. en een aparte douchecabine in de hoek. Vloerbedekking, stopcontacten net naast de douche, dus duidelijk een verbouwde “gewone” kamer.

Maar opnieuw: het is wel schoon en niet duur, dus allang prima.

Het dorpje zelf zal in het hoogseizoen best leuk zijn: volop hotels, souvenirwinkeltjes en een verwijzing naar een recreatiemeer vlakbij. Nu is het alleen maar koud, nat en troosteloos. De somberheid van onze hotelkamer (donkerblauwe vitrage!) draagt ook niet bij aan de vrolijkheid.

Wel leuk: in het hotel staat beneden een computer, die voor de gasten vrij te gebruiken is. Dus ik kan de mail lezen en een stukje voor de site schrijven. Bert vindt dat dat niet zo vaak hoeft (dan rekenen mensen er te veel op), maar ik vind het erg leuk. We krijgen leuke, aardige reacties van tal van mensen en ik vind het prettig de belevenissen op te schrijven. Bert schrijft elke dag een flink stuk in zijn schrift als een soort dagboek, ik houd die stukjes veel korter. Ik ga er vanuit dat die losse opmerkingen voldoende zijn om achteraf het “plaatje” weer terug te krijgen.

Het is wel lastig dat ik mijn leesbril kwijt ben; in Nederland kun je overal voor een habbekrats leesbrilletjes kopen, maar hier zijn we die nog niet tegengekomen. Uiteraard hoef ik niet zoveel te lezen, en met wat moeite lukt het ook zonder bril, maar met name voor het bijhouden van mijn schrift is het wat lastig.