Dag 28, vrijdag 25 april: Pfalzgrafenweiler – Freudenstadt
Bert:
V Pfalzgrafenweiler A Freudenstadt A 17 km (Helma vindt dat we de bordjes aan mogen houden) W vanmorgen een bui en verder heerlijk, met in de middag terrasjes weer O hotel E Pizzeria met ijskoude serveerster en servetten in de koeling T 583 + 17 = 600 km
Dat wil zeggen 4 weken van 150 km met heuvels en met bepakking. Ik ben trots op ons en zeer tevreden.
Ik zit nu in een serre van een restaurant achter een veel te grote witte bier. Wel lekker.
We hebben vandaag niet veel gelopen maar wel snel. We waren om 13.00 uur hier en hebben de was gedaan en het stadje bekeken. Op zoek naar een restaurant zijn we hier beland maar gaan hier niet eten. Waar wel weten we nog niet. De 600 km geeft me een goed gevoel. Ik begin echt te geloven dat we het kunnen halen. Omgekeerd zou het me meer tegen vallen als het niet lukt.
Helma zag trouwens gisteren op weg naar Pfalzgrafenweiler enkele doodstille eenden. Ze zaten volgens haar lekker te snateren. Het klinkt nu niet zo leuk maar we hebben later om die uitdrukking erg gelachen. Aanvulling :
Bij het uittypen moet ik weer lachen om dat moment
In het hotel waar we afgelopen nacht hebben geslapen hielp de moeder van de eigenaar nog steeds mee. Ze was 75 en verzorgde elke dag het ontbijt. Ze stond rond 5.00 uur op om de arbeiders die daar overnachtten op tijd van een ontbijt te voorzien. Ze was erg verrast toen ze hoorde dat we naar Rome gingen. Bij het afscheid wenste ze ons oprecht veel succes om ons doel te halen. Ondanks haar handicap vanwege een hersenbloeding was ze nog goed bij de tijd (ofschoon ze er eerlijkheidshalve niet zo uitzag)
Het hotel kostte € 21,-- p.p. incl ontbijt Voor een ½ liter bier en een witbier werd, toen we zelf meldden dat ze nog wat vergat af te rekenen, € 2,-- gerekend.
Aanvulling : De beste mevrouw had zoals gezegd een hersenbloeding gehad en was licht gehandicapt. Ze liep wat moeilijk. Op onze vragen of dat er verbetering mogelijk is zei ze dat ze eigenlijk therapie moest volgen maar dat lukte niet omdat dan haar zoon de zaak alleen had moet runnen. Eigenlijk een zaakje dat er zowel voor wat betreft het gebouw als het personeel een beetje onooglijk uitzag maar bij nader inzien toch wel “een menselijke maat” had.
Helma:
Bij het ontbijt praten we met de oude mevrouw; ze heeft een paar jaar eerder een hersenbloeding gehad en loopt daarom nogal moeilijk. Ook praat ze wat onduidelijker en is haar gezicht een beetje scheef. Elke dag helpt ze in de zaak, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds na het eten. Wel gaat ze ’s middags even rusten. Ze is begin 70, maar ziet er wel jaren ouder uit dan mijn (even oude) moeder! Ze vertelt dat ze eigenlijk therapie moet hebben, maar daar heeft ze geen tijd voor. Van dit soort verhalen worden we steeds een beetje stil en voelen we ons wel heel erg luxe-paarden. Mensen die hier werken, in pension zitten omdat het niet anders kan en wij die zomaar een paar maanden voor ons plezier op weg zijn.
Ik heb ’s ochtends een beetje hoofd- en buikpijn, dus ben blij dat we niet zo’n lange dagetappe hebben. De etappe is mooi, al zijn er wel regelmatig blubberpaden bij; wat ooit een pad was is dan een grote glibberige troep met plassen. Soms kun je er omheen, soms zit er niets anders op dan er doorheen glibberen met de modder bijna tot bovenaan de schoenen.
We lopen vandaag slechts een kilometer of 17 en zijn dan ook al om 13.00 uur in Freudenstadt. Een grotere plaats met een mooi centraal plein en het is er heerlijk zonnig. We vinden een hotel aan het centrale plein voor € 80; een kamer boven een restaurant met allemaal hertenkoppen; het heet niet voor niets : Jägerstüble”.We hebben een ruime kamer en grote badkamer en omdat we lekker vroeg zijn wassen we het nodige- hier kunnen we het in ieder geval drogen.
Het plaatsje is leuk om rond te lopen en wat te bekijken. We vinden een internetcafé en zitten later in de serre van een restaurant heerlijk in het zonnetje achter het witbier de schriftjes bij te werken.
Er is ook een intersport hier en daar gaan we op zoek naar poncho’s; de oude lekken wat en stinken meer dan vreselijk. Ze hebben hier wel poncho’s, maar niet groot genoeg voor over de rugzakken. Dus toch maar aan de kinderen doorgeven dat ze de twee andere die nog thuis liggen meegeven aan Wilfred en Diane.
We eten bij een Italiaans restaurant “La dolce vita”; aan de wand allemaal foto’s uit deze speelfilm. Onze serveerster, een jong meisje, is nogal stug. Het valt ons op dat wij papieren servetten hebben, terwijl er bij enkele andere tafels gevouwen stoffen servetten staan. Volgens mij zijn dat gereserveerde tafels.
Onze serveerster komt met en blad gevouwen servetten aanlopen en zet ze tot onze verbazing in een koeling. Bert vraagt waarom dat is, en dat breekt het ijs: ze begint te lachen en vertelt dat dat de enige plek is waar ze ze kwijt kunnen. Later bij het afrekenen krijgen we een kaartje: zo kunnen we een volgende keer tevoren reserveren en dan krijgen we ook zo’n mooi servet!
’s Avonds belt Anne om te vertellen dat ze niet is aangenomen bij de HKU, waar ze graag naartoe had gewild. Jammer....