Blogopmaak

Voltooid deelwoord

Na een paar maanden eindelijk weer eens een update van het blog; te druk geweest met het andere project, de d-doos.... 


Nog even een stukje werkwoordspelling opfrissen; ik loop, ik liep, ik heb gelopen. Ken je ze nog? o.t.t .(onvoltooid tegenwoordige tijd) o.v.t. (onvoltooid verleden tijd) 

v.t.t (voltooid tegenwoordige tijd. Drie vormen die iedereen regelmatig gebruikt. Bij de vorm "gelopen" is het eenvoudig; je zet ge- voor het hele werkwoord.

Maar dan: ik maak, ik maakte, ik heb gemaakt. Met een d of t achteraan? Er was toch iets met 't Kofschip?

Eigenlijk is dit ook niet zo moeilijk; maakt het woord langer en je hoort wat er moet staan. Een (zelf)gemaak t e taart, dus een t. 

Ik brei, ik breide, ik heb gebreid; denk maar aan een gebrei d e trui. 

Dit "trucje" is zelfs nog veiliger, want bij 't Kofschip zit je nog met het probleem van de f/v en s/z verandering. 


Klinkt ingewikkeld, maar voor de liefhebber:

Een woord met de f achteraan kan een echt "f"-woord zijn. Denk aan blaffen-blafte- geblaft. De f zit in 't Kofschip, dus het moet met een t.

het zelfde voor de s: kussen-kuste-gekust; de "s" zit in 't Kofschip, dus een t.

Maar vaak hoort de f of s achteraan bij een woord met een v of z: omdat we die in het Nederlands nooit achteraan het woord zetten. is de letter "vervormd".

Denk aan razen- raas d e- geraas d ; ondanks de "s" achteraan gebruiken we een d, omdat er eigenlijk een z had moeten staan....

Net zo roven- roof d e- geroof d; de f achteraan is een vervorming van de v.

Een collega waarbij ik weleens inviel leerde het de kinderen van groep 7 zo: als de v in f of de z in s verandert schrijf je het met een d. 

Spaart veel uitleg en is een handig hulpmiddeltje.


Rest alleen nog het probleem met een "gewoon" werkwoord dat eruitziet als een voltooid deelwoord.... Daarover volgende keer meer.


Share by: