Dag 30, zondag 27 april: Schilltach – Königsfeld
Bert:
V Schiltach A Köningsfeld A 22 km W Heerlijk warm, korte mouw en korte broek O Hotel in Köningsfeld E Chinees in Köningsfeld (hele leuke en aardige) T 628 + 22 = 650 km
Het eerste deel tot Schramberg was relatief saai, langs of vlak langs een weg. Wel lekker vlak. Het tweede deel vanaf Schramberg begon wel met een steile klim van ca 375 m in 2 tot 3 km. Dat was wel zwaar. De route was verder mooi en goed gemarkeerd. We waren relatief vroeg hier in een hotel en konden onze tent op het balkon laten drogen. Lekker op een terrasje gezeten en een Duitse krant gelezen en daarna bij een chinees gegeten.Een allervriendelijkste man die ons na afloop een drankje van het huis gaf, ons de hand schudde en ons een goede reis wenste. Na dit schrijven gaan we ergens koffie drinken. Vannacht hebben we trouwens goed geslapen en vanmorgen de tent weer goed op kunnen breken. Schiltach is een ontzettend mooi stadje dat niet voor niets het vakwerkdorp van het Schwarzwald genoemd wordt
Aanvulling :
Voor dat we wat gingen drinken keken we even waar we zouden gaan eten en liepen we bij de chinees binnen om te kijken of het wat was. We vonden het wel leuk en zeiden dat we later terug zouden komen.
Het was leuk toen we werkelijk terugkwamen omdat hij waarschijnlijk had gedacht “dat zeggen ze allemaal”. We werden hartelijk welkom geheten en we kregen van de eigenaar en de ober ook netjes een hand. Het eten was anders dan “onze chinees” maar wel lekker. In de gesprekken met hem was wel duidelijk dat het geen vetpot was en dat hij hoopte op een goede zomer. De rekening duurde wat langer en ik vroeg me af of hij ons wel begrepen had. Toen ik er nog een keer om vroeg werd de reden van het wachten duidelijk omdat hij via de keuken nog twee drankjes voor ons had geregeld.
Helma:
Heerlijk helder ’s ochtends, maar daardoor wel koud bij het afbreken van de tent. Een ontbijt met alleen knäckebröd, dus we zijn heel blij dat er in het dorpje al bakkerijen open zijn. Lekker broodjes voor onderweg kopen en twee croissants als aanvulling op het ontbijt.
Er is vandaag een soort braderie in Schilltach, dus overal zijn mensen bezig met het opbouwen van kraampjes. Ziet er gezellig uit, maar het begint pas als wij al een eind onderweg zijn. Trouwens…dingen kopen is er niet bij, want we moeten het allemaal meesjouwen.
We lopen het eerste stuk langs een fietsroute: saai, maar wel vlak. Na Schramberg krijgen we een héél steile klim: in 4 kilometer klimmen we 380 meter, waarvan de eerste 290 in de eerste twee kilometer.
Daarna lopen we op een soort hoogvlakte, met maar een klein beetje “op en neer”. Het blijft zonnig, met wat wind erbij waardoor het niet te warm wordt. Bert loopt zelfs met afgeritste broekspijpen.
Rond 3 uur zijn we al in Königsfeld; een badplaats met veel duur uitziende hotels. Ons pension is groot en netjes, maar niet overdreven duur of luxe. We hebben een heel groot balkon, waar we de tent over een paar stoelen hangen om te drogen.
Aan de overkant is een park met een restaurant, waar het op deze lekkere dag druk is op het terras.
We lopen even door de “hoofdstraat” op zoek naar een zaakje om vanavond te kunnen eten. Er blijkt een chinees te zijn; is weer eens wat anders! Omdat de buitenkant niet zo oogt, kijken we even binnen om eventueel ook te reserveren. Een uiterst vriendelijke chinees vertelt ons dat reserveren niet nodig is; we zeggen dat we vanavond dan komen eten.
Op het terras in het park gaan we in de schriften schrijven en wat drinken. Ze hebben hier heel leuke suikerzakjes, waarvan ik er een paar ‘achterover druk’. Na koffie en een biertje gaan we de spullen terugbrengen naar het hotel en vervolgens naar de Chinees.
De Chinees kijkt heel verbaasd als we binnenkomen; waarschijnlijk heeft hij gedacht dat we uit beleefdheid hadden gezegd dat we kwamen eten! Het eten is wat anders dan bij ons, maar het is lekker en de ober is uiterst vriendelijk. Hij spreekt Duits zoals Chinezen bij ons Nederlands spreken, maar vindt het leuk een praatje te maken. Dat we uit Nederland komen en lopend zijn vindt hij fantastisch; hij vertelt dat er ’s zomers veel Nederlanders in deze streek vakantie vieren en dat hij dan een aantal vaste gasten heeft. Nederlanders zijn veel vriendelijker en gezelliger dan Duitsers, volgens hem.
Als we klaar zijn en om de rekening vragen duurt het een hele tijd, terwijl de ober niet echt druk is met de gasten aan de paar andere bezette tafeltjes. Heeft hij ons misschien niet goed begrepen? Bert vraagt weer om de rekening, en even later komt hij met de rekening en een paar likeurtjes van het huis. Daarom duurde het dus langer! Bij ons vertrek krijgen we een hand en de allerbeste wensen van de ober.