vrijdag 27 januari 2017

Bert voelt zich beter; hij is minder moe overdag, de eetlust neemt wat toe. Ook het praten gaat langzaam steeds iets beter. Alleen zijn de nachten ellendig…. Heel vaak gaat het alarm, dan wordt er niet genoeg lucht naar binnen geblazen. Er blijkt bij de beademingsapparatuur heel veel in te stellen; de frequentie, de druk waarmee geblazen wordt, maar ook de houding. Soms lijkt de luchtpijp iets te blokkeren; het hoofd moet dan iets verder ‘achterover’. We hebben op het laatst gekeken of dat beter gaat met een rolkussentje in de nek. Die hebben we voor tussen de knieën, als hij op de zij ligt. Dat rolletje in de nek leek wel te helpen, dus dan moeten we er een nieuwe bij kopen. Ada wil wel even naar Bever om te zien of ze die daar nog hebben, de vorige hebben we daar gekocht.


De ochtendzorg is hier ook lastig; er zijn geen twee mensen beschikbaar om te helpen. Dus nu ‘moet’ ik zelf meehelpen. Geen ramp, ik heb hier in het ziekenhuis niet veel bijzonders te doen. Maar ik blijf het een belasting vinden.


Wat trouwens wel, op zijn zachts gezegd, opmerkelijk is: verschillende verpleegkundigen van deze afdeling roken. Gaan ze in hun pauze samen naar buiten om te roken. De een is nog een jonge, mannelijke verpleegkundige; ik kan echt niet begrijpen dat iemand die in de zorg werkt begint met roken, en helemaal niet als je op een afdeling werkt met mensen die allemaal afhankelijk zijn van beademing…